In ieder huis in Europa staan wel elektrische apparaten zoals een koelkast, wasmachine, droger, diepvries en afwasmachine, evenals kleinere apparaten zoals een broodrooster en waterkoker. Dankzij de interne markt hebben consumenten in de EU keuze te over: wat in één bepaald EU-land te koop is, kan ook in alle andere EU-landen worden verkocht. Binnen de EU geldt ook een garantieperiode van twee jaar. Dit betekent dat kapotte toestellen binnen die periode gratis moeten worden hersteld of vervangen.
Om uw apparaten veilig en doeltreffend te gebruiken, is het van essentieel belang dat u de handleiding begrijpt. Daarom moeten gebruiksaanwijzingen in de EU beschikbaar zijn in de taal van het land waar het product wordt verkocht. Volgens EU-regelgeving moeten elektrische apparaten die in de EU worden verkocht ook voorzien zijn van de CE-markering, die aangeeft dat zij aan de veiligheidsnormen voldoen.
Bij het kiezen van een apparaat vergelijkt u waarschijnlijk functie en prijs. Dankzij de EU-energielabels kunt u ook zien hoeveel stroom en water het apparaat verbruikt. Ieder apparaat is ingedeeld in een klasse, uiteenlopend van F (de slechtste) tot A (de beste). Dankzij de EU-regelgeving op het gebied van ecologisch ontwerp worden huishoudelijke apparaten steeds energie-efficiënter en vallen veel apparaten tegenwoordig in klasse A, die is onderverdeeld in vier subklassen (A, A+, A++, A+++). Om de technologische vooruitgang te weerspiegelen en de labels overzichtelijker te maken, wordt het systeem binnenkort herzien en weer teruggebracht tot de klassen F tot en met A, zonder subklassen. De regels voor ecologisch ontwerp waarborgen ook dat het energieverbruik nihil is wanneer apparaten in de standby-modus staan (niet meer dan 0,5 watt).
Bron: What Europe does for me